Prinsjesdag 2023
Wij hebben, met dank aan Lindenhaeghe, een samenvatting gemaakt van de belangrijkste zaken van Prinsjesdag 2023.
Vorderingen en schulden
Vorderingen en schulden kunnen voordelen opleveren door betaalde of ontvangen rente. De te betalen rente is negatief inkomen voor de schuldenaar in box 3. Vorderingen en schulden kunnen ook een waarde ontwikkelen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan op- en afwaarderingen of door het kwijtschelden van een schuld.
Vorderingen uit een geldleningsovereenkomst tussen natuurlijke personen worden gewaardeerd op de nominale waarde in het nieuwe stelsel. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een ouder die aan zijn kind geld leent voor de financiering van een eigen woning.
Het kabinet wil een kwijtscheldingsvoordeelvrijstelling invoeren. Heeft een belastingplichtige inkomen doordat zijn schuld is kwijtgescholden? Dan zorgt deze vrijstelling ervoor dat hij hierover geen belasting betaalt in box 3.
Nominale zorgpremie
De gemiddelde jaarlijkse nominale zorgpremie stijgt van ongeveer € 1.650,- in 2023 naar ongeveer € 1.792,- in 2024. Per maand stijgt de zorgpremie daardoor van ongeveer € 137,- naar ongeveer € 149,-.
Eigen risico
Het verplicht eigen risico voor de zorgverzekering blijft in 2024 vaststaan op € 385,-. Ook in 2025 blijft het eigen risico € 385,-.
Zorgtoeslag
Het kabinet heeft de zorgtoeslag op maximaal € 1.523,- per jaar vastgesteld. Dit is € 126,- per maand.
Het kabinet verwacht dat minder huishoudens in 2024 recht hebben op zorgtoeslag. Dit komt omdat de eenmalige verhoging van de zorgtoeslag als tegemoetkoming van de hoge energiekosten is vervallen.
Huurtoeslag
Het kabinet verhoogt voor de lage en middeninkomens het maximale bedrag aan huurtoeslag met € 416,- per jaar. Dit is ongeveer € 35,- per maand.
Vernieuwing van de huurtoeslag
Het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op de huurtoeslag moet ervoor zorgen dat de huurtoeslag eenvoudiger en duidelijker wordt, waardoor er meer huurders voor deze toeslag in aanmerking komen.
Hoogte toeslag
De berekening van de hoogte van de huurtoeslag wordt afhankelijk van het inkomen en van een vastgesteld huurbedrag. De hoogte van de huurtoeslag is niet meer afhankelijk van de daadwerkelijke huur. De woning moet verder nog steeds een zelfstandige huurwoning zijn. Ook mag het huishouden niet een hoger vermogen hebben dan de vermogensgrens van de huurtoeslag.
Jongerenleeftijdsgrens van 23 naar 21 jaar
De leeftijdsgrens voor jongeren wordt verlaagd van 23 naar 21 jaar. De leeftijdsgrens is hiermee gelijk aan die van het wettelijk minimumloon. Jongere huurders van 21 jaar en 22 jaar oud gaan erop vooruit door deze wijziging.
Afschaffing toeslag voor servicekosten
De toeslag voor servicekosten wordt afgeschaft. Wijzigen de servicekosten? Dan hoeft een huurder deze wijziging niet meer door te geven aan de Belastingdienst Toeslagen.
Kinderopvangtoeslag
In 2024 wijzigen de maximum uurtarieven voor de kinderopvangtoeslag.
- Dagopvang 0 – 4 jaar: van € 8,97 naar € 9,65
- Buitenschoolse opvang 4 – 12 jaar: van € 7,72 naar € 8,30
- Gastouderopvang 0 – 12 jaar: van € 6,73 naar € 7,24
Het kabinet past de wetgeving rondom het zwangerschapsverlof aan. Hierdoor krijgen alle ouders die volgens de Wet kinderopvang (Wko) recht hebben op kinderopvangtoeslag vanaf 2025 kinderopvangtoeslag tijdens de periode van de bevalling.
Kindgebonden budget
Het kabinet verhoogt het maximale bedrag aan kindgebonden budget voor het eerste kind met € 750,- per jaar. Dit is ongeveer € 62,- per maand. Voor het tweede en volgende kind verhoogt het kabinet het maximale bedrag met € 883,- per jaar. Dit is ongeveer € 73,- per maand.
Voor kinderen van 12 en tot en met 15 jaar verhoogt het kabinet het extra kindgebonden budget met € 400,- per jaar. Ook voor kinderen van 16 en 17 jaar verhoogt het kabinet het extra kindgebonden budget met € 400,- per jaar.
Verhoging vrijstelling reiskostenvergoeding
Het kabinet wil de onbelaste reiskostenvergoeding verhogen vanaf 1 januari 2024. Nu kunnen werkgevers maximaal € 0,21 per kilometer onbelast vergoeden aan werknemers. In 2024 stijgt dit naar € 0,23 per kilometer. Werkgevers kunnen de onbelaste vergoeding betalen voor zakelijke kilometers en voor woon-werkkilometers die de werknemer maakt. Het maakt voor de onbelaste reiskostenvergoeding niet uit hoe de werknemer reist.
Vrije ruimte werkkostenregeling
De vrije ruimte is het bedrag dat een werkgever onbelast mag besteden aan de werknemers. Denk hierbij aan thuiswerkvergoedingen, kerstpakketten en bedrijfsfeesten. Op dit moment geldt voor de vrije ruimte over de eerste € 400.000,- van de fiscale loonsom van een organisatie een tijdelijke verruiming van 3%. Het kabinet wil dat dit percentage vanaf 1 januari 2024 daalt naar 1,92%. Over het restant van de loonsom blijft de vrije ruimte waarschijnlijk 1,18%. Bij overschrijding van de vrije ruimte betaalt een werkgever 80% eindheffing.
Bij eerdere aanpassing van de regels over de vrije ruimte was het maximumbedrag aan vrije ruimte in de eerste schijf per ongeluk niet aangepast. Door deze wijziging wordt het maximumbedrag met terugwerkende kracht tot 1 januari 2023 alsnog aangepast. Dit heeft geen gevolgen voor de inhoudingsplichtigen. Er is voorgesteld om de wettelijke bepaling per 1 januari 2024 zo aan te passen dat wanneer het percentage van de eerste schijf van de vrije ruimte verandert, het maximumbedrag hetzelfde kan blijven.
Digitaal loket inkomensondersteunende regelingen
Om de bestaanszekerheid verder te verbeteren wil het kabinet blijven werken aan het verbeteren van het eigen initiatief van de overheid als het gaat om het gebruik van bestaande inkomensondersteunende regelingen. Het kabinet onderzoekt of het haalbaar is om één digitaal loket te maken. In dit loket kan iedereen dan zien van welke regelingen hij gebruik kan maken.
Tijdelijk Noodfonds Energie
Het kabinet opent opnieuw het Tijdelijk Noodfonds Energie voor huishoudens met lagere inkomens en een hoge energierekening. Het kabinet reserveert hiervoor maximaal € 60 miljoen en stelt hiervan in eerste instantie € 40 miljoen beschikbaar.
Vroegsignalering en bijzondere bijstand
Het kabinet stelt in 2024 € 50 miljoen beschikbaar aan gemeenten zodat zij extra kunnen inzetten op vroegsignalering en bijzondere bijstand.