Digitale toegang overheid niet goed geregeld voor wettelijk vertegenwoordigers

Voor wettelijk vertegenwoordigers en mensen die namens een naaste digitaal zaken willen doen met de overheid, is de digitale toegang nog steeds niet goed geregeld. Ondanks eerdere beloften van de overheid, is er geen goede digitale machtigingsvoorziening. Digitaal zakendoen met de overheid namens een cliënt of naaste kost daardoor veel tijd of is onmogelijk. Dat concludeert de Nationale ombudsman in zijn terugblikonderzoek digitale overheid ‘DigiD helpt niet mee’. ​
​ ​
​In Nederland zijn zo’n 273.000 mensen onder bewind gesteld en 2,6 miljoen mensen digitaal niet vaardig. Zij mogen of kunnen niet zelf hun zaken digitaal regelen met de overheid maar zijn daarvoor afhankelijk van een wettelijk vertegenwoordiger of gemachtigde. Een wettelijk vertegenwoordiger kan een professional zijn maar ook een familielid of naaste. De Nationale ombudsman vindt het onacceptabel dat de digitale toegang voor wettelijk vertegenwoordigers en gemachtigden, die namens een grote groep kwetsbare burgers zakendoen met de overheid, niet goed is geregeld. ​
​ ​
Zes jaar later nog niet geregeld ​
De Nationale ombudsman publiceerde in 2017 het rapport ‘Hoezo MIJNOverheid’. Sinds die tijd is de digitale toegang van de overheid op een aantal punten verbeterd. Zo besloot de overheid dat er altijd persoonlijk contact mogelijk moet zijn. Bijvoorbeeld via de telefoon of een balie. Ook zijn er nu Informatiepunten Digitale Overheid (IDO’s) die burgers helpen om zelf digitaal zaken te doen met de overheid. Maar zes jaar later is de digitale toegang voor wettelijk vertegenwoordigers en gemachtigden nog steeds niet goed geregeld. Ook de belofte om dit te doen voor eind 2023, komt de overheid niet na. ​

​Wettelijk vertegenwoordigers zijn onnodig veel tijd kwijt doordat zij een aantal zaken voor cliënten nog niet digitaal kunnen regelen. Soms zoeken zij een oplossing door, tegen de regels in, de DigiD van een cliënt of naaste te gebruiken. Voor burgers is het vaak onmogelijk om vrijwillig iemand te machtigen die voor hen digitaal zaken kan doen met de overheid. De overheid heeft daarvoor wel een digitaal systeem gebouwd maar de meeste overheidsinstanties zijn daar niet op aangesloten. In de praktijk betekent dit voor burgers bijvoorbeeld dat vrijwillig machtigen alleen kan bij 24 van de 342 gemeenten en bij maar 2 van de meer dan 1300 gemeenschappelijke regelingen. ​

Oproep aan staatsecretaris ​
De demissionair staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering is onduidelijk over wanneer de digitale toegang voor wettelijk vertegenwoordigers en gemachtigden wel goed wordt geregeld. ​ De Nationale ombudsman wil dat de staatssecretaris binnen drie maanden met een duidelijk en haalbaar plan van aanpak komt waarin een tijdpad staat. De ombudsman verwacht dat de staatssecretaris haar belofte eindelijk nakomt en de verantwoordelijkheid neemt voor een goede digitale machtigingsvoorziening. Reinier van Zutphen: “Wettelijk vertegenwoordigers en gemachtigden doen zaken met de overheid namens burgers die dat zelf niet kunnen of mogen. Zolang voor hen de digitale toegang niet goed is geregeld, kan de staatssecretaris niet stellen dat digitaal zakendoen met de overheid voor iedereen mogelijk is. De overheid moet harder lopen, zodat écht iedereen mee kan doen.”

Bijlage: Ombudsman_Rapport_DigiD_helpt_niet_mee